Vredesgedichten uit de
20e eeuw

logo

gedichten

naar hoofdmenu
terug naar vorige pagina

naar inhoudsopgave
informatie over het Museum voor Vrede en Geweldloosheid
naar reactieformulier

DIE MIJNS HARTEN VREDE ZIJT

Die mijns harten vrede zijt.
En de eenig ware ruste,
Reine bron van klare lusten,
Zuivre zon van zaligheid -
Laat mij willen en niet willen,
Wat Gij wilt en niet en wilt,
Blijde gaande door het stille
Leven in uw vreê verstild.
Buiten U is niets dan strijd,
Niets dan moeiten, niets dan zorgen -
Laat mij, in Uw rust geborgen,
Slapen gaan in eeuwigheid.
Jacqueline E. van der Waals (1909)

VREDE

Vrede spreid gij uw zachte vleugels
Over de donkere aarde heen -
Over de moeden en de gewonden,
Over de duizenden, die verzwonden,
Over al de snikkende monden,
Die verbleekt zijn van geween!

Vrede daal gij uit de lichte sferen,
Waarheen gij vluchtet voor deze wereldsmart,
Daal over hen, die u hebben verraden,
En over de dwazen, die op u smaadden,
En over de blinden, die om u baden,
Daal - daal gij weder in ons hart!

Opdat uw liefde daar weder wone,
Opdat uw liefde ons weer genas -
Liefde bove' onze ijdele wenschen,
Liefde over alle ijdele grenzen,
Liefde alleen, van mensch tot menschen,
Die eindelijk leerden wat liefde was!

C. S. Adama van Scheltema (1916)

I DIDN'T RAISE MY BOY TO BE A SOLDIER

I didn't raise my boy to be a soldier.
I brought him up to be my pride an joy.
Who dares to place a musket on his shoulder,
To shoot some other Mother's darling boy?
Let nations arbitrate their future troubles,
It's time to lay the sword and gun away,
    There'd be no war today,
    If mothers all would say:
"I didn't raise my boy to be a soldier".
Ann Glyn (1917 of iets eerder)

Vrije vertaling door M.J.C.O. te 's Hage:
Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te strijden,
Maar om mijn trots en steun te zijn en wijs en goed.
Wie waagt het met een zwaard zijn handen te ontwijden,
Waardoor een dier'bre zoon van and'ren sterven moet?
Laat arbitrage ons voor zulk een ramp behoeden,
Het is geen tijd meer voor gevecht en moord,
Geen oorlog zou meer op deez' aarde woeden,
Als uit de mond der Moeders werd gehoord:
"Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te strijden".

AVONDVREDE

Ik legde 't boek ter zijde
Bij 't duistren van den dag,
En staarde naar de weide,
Die voor mij open lag;
Ik zag het zwarten van het gras,
Waar 't door de zon verlaten was,
Het avondlijk gebeuren
Van sterven en verkleuren.

Een koele wind streek over
De weiden en 't gerucht
Van 't lichtbewogen loover
Doorruischte de avondlucht.
Toen, voor den nacht, die komen ging,
Kwam eene lichte huivering,
Als wind door popelblaren,
Mij door de ziel gevaren.

Ik dacht, hoe ook mijn leven
Als deze dag vergaan
En einden zou en even
Deed dit mij droevig aan.
Als zand, dat door de vingers glijdt,
Verging mijn lente en zomertijd,
En mijn najaarsdagen
Vergaten vrucht te dragen.

"Ik kom met leege handen" ...
Maar al mijn bitterheid
Verging in 't zachte branden
Van Gods afwezigheid,
Die ruischte door de stilte alom
En zachtkens sprak mijn ziel: "Ik kom,"
- En zoet scheen mij die schande -
"Ofschoon met leege handen ..."

Als wind door popelbladen,
Bewoog zich iets in mij,
Als waar met Zijn genade
Mijn God mij zeer nabij.
Mijn handen rustten in mijn schoot,
Mijn hoofd was naar het avondbrood,
Dat blinkend was gebleven,
In stil geluk geheven.

"Gij zult mijn dagen vullen
Met Uw zeer zoet gemis
En mijne nachten hullen
In Uwe duisternis..."
Ik zag het zwarten van het gras,
Waar 't door de zon verlaten was,
En kon niet eens betreuren
Dit duistren en verkleuren.

Jacqueline E. van der Waals (1918)

VREDE

Was ik geen dichter, ik was het geworden,
Door het horen van uwe schone naam.
Alles wordt stil, wat machteloos in mij morde.
Dit is mijn land en hier rijden wij saam.
Jacob Israël de Haan (1924)

SARCASTOPHAAG

Mevrouwen, dames en mijnheren
Gaat u allen meecreperen?
Neemt revolver en geweer,
Leven is geen mode meer!

Komt u toch eens uit uw sleur,
Werpt u voor een mitrailleur;
Op alle hoeken van de straten
Kunt u zo uw leven laten.

Kinders kan ik aanbevelen
Gaat met handgranaatjes spelen,
Want dat flauwe sneeuwbal gooien
Is een koud spel zonder dooien.

Hooggeplaatsten en fanaten
Doen het met atoomgranaten;
Met de luchtmacht en de vloot
Zaaien zij begrip en dood.

Stuurt zelf Rode Kruis pakketten
Met een zending kruisraketten.
Geeft uw kinderen een traktatie
Met een contra-indicatie.

Sterft u liever puur natuur,
Neem slangengif of mierenzuur
Er groeien overal wel bessen
Om voor het laatst uw dorst te lessen.

De enigen die men mag sparen
Zijn de massamoordenaren.
En, wie pas morgen wil verrekken
Laat zich met een tijdbom wekken.

Zelfs de vrek neemt een besluit
En blaast de laatste adem uit;
Heerlijk is het om te sterven
Als niemand meer van je kan erven.

Mevrouwen, dames en mijnheren,
Gaat u allen mee creperen?
Gooit het bijltje er bij neer,
Leven is geen mode meer!

Bom Duiten (1940-1984)

Overgenomen uit 'Aan haar, zonder wier', een Droogbloemenlezing uit het werk van minder bekende dichters.
Bijeengebracht door: Bengt B. Haverbroden.
Uitgeverij: anoniem.

DILEMMANIANAROYAN

ontroostbaar verdrietige
wapens
van Chinese makelij
en joods masochisme
gestraft door begrip
en
onvermogen
in en om
een geïsoleerde ruimte
voor konijnen
en andere dierenlief…
hèbbers,
van machtige deelverzamelingen
vol van wijsheid en
verbijsterend duister (nis, da capo al fine)
DETRUIR: dit-elle, geeft
manipuleren en zwart-wit (gemeen) plaatsen,
kastelen in bergen met
dood (van)
slag op slag
en spelletjes met vuur
zoals vermoorden van konijnen
met ROOD of niet?

Rolf Knap (1970)

Bij 50-jaar "Universele Verklaring van de Rechten van de Mens"

Een Amnesty-kaars
is voor sommige mensen
het enige licht

(c) Jan Bontje (1998)

Geschreven na afloop van zijn optreden op een culturele avond van Amnesty International afdeling Spijkenisse op 25 november 1998 in de CSG Angelus Merula, t.g.v. het 50-jarig bestaan van de "Universele Verklaring van de Rechten van de Mens". Het is helaas nog steeds actueel.

hoofdmenu    inhoudsopgave    info museum    uw reactie

Updated: 23 juli 2004