Dit lied is geschreven en gecomponeert door Jos Linnebank naar aanleiding van de GANDHI - HERDENKING op 31 januari 1998 in Leiden. Op die dag was het 50 jaar geleden dat Gandhi stierf en werden op diverse plekken in de wereld herdenkings-bijeenkomsten gehouden. Het lied gaat over het standbeeld van Mahatma Gandhi op de Churchilllaan in Amsterdam en over zijn leven en gedachtegoed. Het beeld werd in 1990 door dhr. Lubbers onthuld en is geadopteerd door de Donge school in Amsterdam. Ieder jaar is er op de geboortedag van Gandhi een herdenking bij het beeld.
"Geweldloosheid is het
eerste artikel van mijn geloof. Zij is ook het laatste artikel van mijn
geloof....Haar verspreiding is mijn levensmissie." Mahatma Gandhi had het
rotsvaste geloof dat de mens van nature niet naar geweld neigt.In een tijdperk en
in een land waar communicatie niet altijd even makkelijk was en waar miljoenen
mensen niet konden lezen of schrijven, wist Mahatma Gandhi toch door te dringen
tot het hart van de gewone man en vrouw. Overal waar hij kwam, trok hij mensen
aan met zijn eenvoudige verschijning, vriendelijke glimlach en luisterend oor.
Over zichzelf zei hij het volgende: "Als men echt wil weten wat mijn boodschap
is: mijn leven is mijn boodschap.".
Mohandas Karamchand Gandhi werd
geboren op twee oktober 1869 in Porbandar aan de westkust van het Indische
subcontinent. In de loop van zijn leven verwierf hij de eretitel Grote Geest;
Mahatma. Hij groeide op in een zeer vooraanstaande koopmansfamilie. Op de
middelbare school kreeg hij een grondige hekel aan gymnastiek en sport,
overigens een zeer opmerkelijke afkeer voor een man die later marsen van
honderden kilometers liep en zijn lichaam geheel aan zijn geest ondergeschikt
wist te maken. In Engeland voltooide hij in 1890 zijn rechtenstudie, waarna hij
zich in Zuid-Afrika als advocaat vestigde. Gewend aan een comfortabel leven in
Engeland, waar een ontwikkelde Indiër nauwelijks gediscrimineerd werd, reisde
hij in een eersteklascoupé van Durban naar Pretoria. Na een poos werd hem door
de treinconducteur de keuze voorgehouden om in een coupé voor niet-blanken te
reizen of de trein te verlaten. Na zijn weigering hierop in te gaan werd hij op
hardhandige wijze de trein uitgezet. Zo kwam Gandhi in aanraking met
rassendiscriminatie en begon hij te vechten voor gelijke behandeling van Indiërs
in Zuid-Afrika. Zijn uiterlijke verschijning, die tot dan toe uiterst
gesoigneerd was, veranderde in deze periode: voortaan kleedde hij zich in een
eenvoudige lendendoek en een witte omslagdoek. In 1914 keerde hij voorgoed terug
naar zijn vaderland, waar zijn naam intussen een begrip was geworden. In Gujarat
vestigde hij een ashram; een leef- en werkgemeenschap waar hij zijn denkbeelden
in de praktijk wilde brengen. Eerst nog bereid tot samenwerken met de Brittten,
maar later, vooral onder invloed van het harde optreden van de koloniale
heersers, richtte hij zijn streven op volledige onafhankelijkheid. Nog twee
belangrijke doelstellingen bepaalden de rest van Gandhi's leven. Het bevorderen
van een vreedzaam samenleven tussen Hindus en Moslims en het opkomen voor de
sociale positie van de allerlaagsten in de samenleving; de
'onaanraakbaren'.
Herhaaldelijk ging hij in hongerstaking om zijn eisen
kracht bij te zetten. Gandhi's greep op de massa nam intussen indrukwekkende
vormen aan: miljoenen mensen kwamen op de been als hij dat wilde. In 1947 werd
zijn doel van onafhankelijkheid bereikt, maar niet op de manier zoals hij zich
dat had voorgesteld als eenheidsstaat waarin Hindus en Moslims met elkaar zouden
leven. "Godsdiensten zijn verschillende wegen, die op hetzelfde punt samenkomen.
Wat doet het ertoe dat wij verschillende wegen bewandelen, als we maar hetzelfde
doel bereiken." Echter, er werden twee aparte staten gevormd: India en Pakistan,
die elkaar wantrouwig zouden bespieden. Voor en tijdens de volksverhuizing die
nodig was om beide groepen van elkaar te scheiden, vonden barbaarse gruwelheden
plaats. In deze sfeer van geweld en religieus fanatisme vond het leven van de
Mahatma een einde. Op weg naar de plaats van zijn dagelijks avondgebed werd hij
doodgeschoten door een jonge Hindu, die het oneens was met Gandhi's ideeën. Zo
werd de prediker van geweldloos verzet zelf het slachtoffer van het woedende
geweld; een ironische speling van het lot. Tot aan het einde van zijn leven
probeerde Gandhi zich in te zetten voor samenwerking tussen Hindus en Moslims.
Als de spanningen tussen beide groepen weer eens ontaardde in geweld, kondigde
hij hongerstakingen aan. Zijn laatste grote hongerstaking voor vrede en
verdraagzaamheid hield hij op 78-jarige leeftijd in Calcutta. Een betere
samenleving achtte Gandhi niet mogelijk zonder dat mensen aan zichzelf werken.
Alle ellende in de wereld is volgens hem te wijten aan het verlies van
menselijkheid bij ieder als individu. In zijn levenslange strijd tegen onrecht,
discriminatie en onderdrukking hanteerde hij dan ook de methode, die het meest
aansloot bij zijn ideaal van individuele morele discipline: de geweldloze
weerbaarheid. Tijdens de herdenking van zijn geboortedag wordt dan ook altijd
stilgestaan bij de kracht van geweldloosheid, die tevens de sleutel is tot
wederzijds respect en begrip.
De Stichting Standbeeld Mahatma Gandhi die
ieder jaar de herdenking verzorgt, doet dit dan ook om de ideeën van de Mahatma
voort te laten leven, om geweldloosheid, saamhorigheid en innerlijke vrede te
bevorderen. Ieder jaar zijn ook de kinderen van de Donge school aanwezig om
bloemen te leggen bij het standbeeld en om gedichten voor te dragen.
|