Tom Tate

logo

vergeving
verzoening

verhaal 19






foto Tom Tate "De daad van vriendschap nodigt uit tot vergeving".

Maart 1945 was vlieger Tom Tate met een speciale opdracht boven Duitsland, toen zijn B17 'Vliegend Fort' door schoten getroffen werd. De bemanning sprong uit het toestel. Zeven van hen werden enkele uren later gevangen genomen dichtbij het dorp Huchenfeld, vlakbij de stad Pforzheim.

Een maand eerder was Pforzheim verwoest door een massale bomaanval van de RAF, waarbij 18.000 mensen gedood werden. Wraak zat in de lucht. De Britse vliegers werden meegenomen naar een nabij kerkhof om geëxecuteerd te worden door een lynchbende van de Hitlerjugend. Alleen Tom en een ander bemanningslid ontsnapten.

Zij wilden ons in de school doden, maar de burgemeester van het dorp gaf geen toestemming. Hij zei dat er voor altijd bloed zou vloeien over de hoofden van de kinderen. Dus werden we naar buiten gesleept, de heuvel af. Toen ik besefte dat we op het punt stonden vermoord te worden, kreeg ik een plotselinge uitbarsting van energie en ging er vandoor. Ik was blootsvoets en uitgeput, maar op de een of andere manier ontsnapte ik.

De volgende dag werd ik opnieuw gevangen genomen door het Duitse leger en door 2 Luftwaffe begeleiders naar een krijgsgevangenenkamp gebracht. Ik werd volgens de regels van het Verdrag van Genève behandeld en mij werd verzekerd dat mijn kameraden in veiligheid waren.

Een van mijn begeleiders gaf me zelfs een paar laarzen. Hij legde uit dat een vrouw in Huchenfeld ze naar mij opgestuurd had toen ze hoorde van mijn benarde toestand.

Na de oorlog, terug in Engeland, vroeg de RAF mij naar Pforzheim terug te gaan en daar uit te zoeken wat er gebeurd was met de vermiste bemanning. Dus ging ik weer terug en toen ik op het kerkhof in Huchenfeld kwam wist ik ogenblikkelijk wat er gebeurd was, want daar recht voor mij stonden 5 houten kruizen.

De plegers van de misdaad werden het jaar daarop berecht tijdens de oorlogsmisdaadprocessen in Essen, en de bendeleiders werden veroordeeld tot de doodstraf. Ik had geen medelijden. Ik verachtte hen en zei mijn vrouw dat ik nooit meer naar Duitsland terugging.

Maar 50 jaar later opperde een collega-golfspeler de mogelijkheid van een vakantie aan de Rijn. Het was een 'SAGA'-vakantie, en bij de brochure zat een tijdschrift. Wekenlang lag het ongeopend naast de haard totdat ik het eindelijk uit het plastic omhulsel haalde; het viel open op een dubbele uitvouwpagina, waar te lezen stond: "Het dorp dat om vergeving vroeg". Ik kon het niet geloven - het ging helemaal over Huchenfeld en de executies.

Ik las hoe Pastor Heinemann-Gruder voor een gedenksteen gezorgd had voor de 5 Britse vliegers die in zijn kerk vermoord waren. Op de steen stond geschreven: "Vater Vergib" (Vader vergeef). Veel mensen waren zich de verschrikkelijke gebeurtenis nog steeds bewust. Slechts van één vlieger was de weduwe opgespoord en door belangstelling van de pers nam de piloot, John Wynne, uiteindelijk ook contact met het dorp op. Hij had een hobbelpaard meegenomen, dat hij als een gebaar van verzoening aan de nieuwe kleuterschool had geschonken. Het kreeg de naam "Hoffnung" - het hobbelpaard van de Hoop.

Via het tijdschrift nam ik contact op met John Wynne. Hij kon niet geloven dat wij elkaar na zoveel jaren weer gevonden hadden. Hij dwong me bijna naar Pforzheim te gaan. "Jarenlang hebben de mensen er naar verlangd een overlevende te ontmoeten om hun schaamte en afschuw te kunnen uiten. Zij willen vragen om vergiffenis."

Niet lang daarna kreeg ik een brief van een echtpaar, Renate en Gotthilf Beck-Ehninger, dat erg betrokken was bij het verzoeningsproces maar niet geweten had dat ik nog in leven was. Zij waren zo ontroerd dat ze me gevonden hadden, en nodigden mij uit voor de herdenkingsviering in 1995. Renate schreef: "Ik was pas negen toen Pforzheim gebombardeerd werd, en jij was in je jeugd toen je in de afgrond keek, de donkerste diepten van de menselijke natuur".

Ik woonde de feitelijke plechtigheid niet bij, omdat ik me nog steeds in gevaar voelde en me inbeeldde dat er nog iemand kon zijn die zijn werk wilde afmaken. Maar toen ik de week daarop arriveerde kreeg ik een zeer enthousiast welkom. Ik was duidelijk het symbool van verzoening geworden. Ik werd door zoveel mensen begroet die me allemaal de hand wilden schudden. Ik ben nog nooit van mijn leven door zoveel dames omhelsd. Ik ontmoette ook Emilie, de vrouw die mij de laarzen opgestuurd had in 1945.

Schuldgevoel had jarenlang als een schaduw boven het dorp gehangen, maar door er heen te gaan zijn de dingen op de een of andere manier voor hen veranderd.
Ik was zo welkom en er werd zo goed voor mij gezorgd dat ik plotseling besefte dat ik een vergissing gemaakt had. Was ik maar eerder naar Duitsland gegaan om deze mensen van hun schuldgevoel te bevrijden. Wanneer iemand met open armen op je afkomt om je te omhelzen, dan kun je geen vijandigheid meer voelen. Het gebaar van vriendschap nodigt uit tot vergeving.

hoofdmenu    volgende    vorige    info museum    uw reactie

Laatst gewijzigd: 23 december 2004