Van start

logo


De Vredesboot 1999 nr. 2

naar hoofdmenu

naar inhoudsopgave

informatie over het Museum voor Vrede en Geweldloosheid

Als bestuur van onze stichting mogen we in dit nummer van "De Vredesboot" tot onze grote genoegdoening berichten dat op zaterdag 20 en zondag 21 november 1999 in Leiden de officiële start bijeenkomst zal plaatsvinden van het Museum voor Vrede en Geweldloosheid.
Het spreekt vanzelf dat in deze Vredesboot aan aard en doelstelling van dit eerste zelfstandige, met veel eigen materiaal, naar buiten optreden van ons museum veel aandacht wordt besteed.

Dat het niet eerder zover gekomen is - kon komen - zal zeker ieder die onze doelstellingen deelt betreuren, maar minstens zozeer zal het voldoening geven dat - ook waar we nu moeten werken tegen de stroom in van het actuele nieuwe geloof aan de zegenrijke gevolgen van heilbrengende oorlogvoering in dienst van het waarborgen van mensenrechten - we toch ons Museum voor Vrede en Geweldloosheid tot verwerkelijking hebben kunnen brengen.

De route die vanaf deze start gelopen zal moeten worden zal pas daar en dan kunnen eindigen waar en wanneer we, in plaats van het misplaatste vieren van de volgende oorlogsoverwinning, het terechte feest zullen kunnen vieren van de definitieve afschaffing van de oorlog. Afschaffing als symptoom van het gegroeid zijn naar de erkenning dat massale georganiseerde mensen verdelging verraad betekent aan de roeping van de mens MENS te zijn (Multatuli).

Ooit vormde de slavernij een volledig geaccepteerd kernbestanddeel van een geldende maatschappelijke orde. Maar ook ooit werd de slavernij afgeschaft. Dat kostte eeuwen, maar het gebeurde. Dankzij de strijd van een minderheid die het bestond te kiezen voor het neen tegen die vorm van verliederlijking van menselijke verhoudingen.
Is het niet wat kortzichtig (of erger) om te menen dat de urgentie nu voor het afschaffen van de oorlog minder zou zijn dan de urgentie toen voor de beëindiging van de slavernij? Uit eindelijk zijn de bestrijders van de slavernij er gelukkig in geslaagd dat zo gangbare en zo algemeen aanvaarde instituut te ontmaskeren als puur weerzinwekkende en onaanvaardbare misdaad. Een zelfde ontmaskering van de oorlogsaanvaarding is in onze tijd duidelijk onderweg en vraagt om opschakeling naar de hoogste versnelling.

een uitnodiging

Graag en van harte willen we allen die in de afgelopen jaren bijgedragen hebben aan ons werk, met geld en/of persoonlijke inzet, uitnodien tot een bezoek aan onze eerste eigen tentoonstellingsactiviteit. We verwijzen daarbij naar de redelijk uitvoerige toelichting omtrent datgene wat daar geboden wordt in het bij deze Vredesboot bijgevoegde programma.
Indien u vrienden en kennissen kunt overhalen om u bij uw bezoek te vergezellen - hebben wij goede hoop dat zij daar geen spijt van zullen hebben.

hoe zien we de voortgang na de start

Voor het programma van 20 en 21 november hebben we bewust de naam start gekozen en (nog) niet opening. Wat we nu kunnen tonen - en wat jaren van inspanning en opbouw geëist heeft - is: dat we nu zover gekomen zijn dat we feitelijk de beschikking hebben over duidelijk voldoende materiaal om een verantwoorde opstelling daarvan te kunnen maken en aan bieden die de naam Museum voor Vrede en Geweldloosheid waardig is.
Dat gegeven wordt nog versterkt door het feit dat wij de zekerheid hebben dat ons arsenaal van middelen op korte termijn nog belangrijke toevoegingen tegemoet kan zien.

Dit punt bereikt zijnde kunnen en willen we beginnen aan de volgende fase: het Museum voor Vrede en Geweldloosheid zal gaan functioneren als instituut van waaruit in den lande in vele plaatsen deeltentoonstellingen of groepen van deeltentoonstellingen geëxposeerd zullen gaan worden, telkens vanuit ons museum.
Welke deeltentoonstellingen en/of groepen van deeltentoonstellingen telkens plaatselijk te zien zullen zijn hangt voor 100% af van de daarover van te voren getroffen afspraken en regelingen. Maar - zo lang of zo kort deze fase duren zal - het doel is dat er nauwelijks een week voorbij zal gaan zonder dat ergens het Museum voor Vrede en Geweldloosheid acte de présence biedt, dus naar buiten toe functioneert.
Zo'n gebeuren heeft uiteraard telkens waarde en betekenis op zich, een eigen ad hoc waarde. Maar tevens verwachten wij van daaruit de gewenste/noodzakelijke uitbreiding van onze achterban, zowel in vrijwilligersaanbod als in uitbouw van ons donateursbestand. Dat op het laatstgenoemde punt nog zeeën van mogelijkheden bestaan lijkt onbetwistbaar. Alleen al het ledenbestand van de vredesclubs in Nederland omvat een veelvoud van het aantal van de ons steunenden tot nu toe.
Het initiatief tot die geplande plaatselijke tentoonstellingshappenings zal afkomstig (kunnen) zijn vanuit tweeërlei oorsprong:

  • onze stichting zal b.v. alle bij het Landelijk Beraad Vredes Organisaties aangesloten clubs met enige klem uitnodigen om op één of meer plaatsen in overleg met ons zo'n activiteit te realiseren.
  • maar nadrukkelijk ook dit: ieder die dit leest vrage zich af waarom eigenlijk ook niet in mijn woonplaats? Praat daarover met plaatsgenoten, en neem contact met ons op.
Het komt me voor dat we goede reden hebben om de hier omschreven volgende fase met vertrouwen tegemoet te zien. Tenslotte weten wij dat, indien we de oorlog niet afschaffen de oorlog ons, de mensheid zal afschaffen. Zodoende?

Hans Wiebenga

hoofdmenu     inhoudsopgave     info museum     uw reactie

Updated: 15 april 2002